Een nieuwe soort neushoorn, Epiacetherium itjilik, is ontdekt in het Canadese Hoge Noordpoolgebied, wat belangrijke nieuwe informatie oplevert over de evolutie en verspreiding van deze grote zoogdieren. Versteende overblijfselen van de neushoorn, die ongeveer 23 miljoen jaar geleden leefde tijdens het vroege Mioceen, werden gevonden in de Haughton-krater op het eiland Devon, Nunavut, en de ontdekking ervan daagt lang gekoesterde veronderstellingen uit over de rol van de Noord-Atlantische Oceaan bij het vormgeven van de evolutie van neushoorns.
Een voorheen onvoorstelbare Arctische neushoorn
Epiaceratherium itjilik is een relatief recente toevoeging aan de neushoornstamboom, nauw verwant aan andere soorten die miljoenen jaren eerder in Europa bloeiden. De neushoorn was van gemiddelde grootte, vergelijkbaar met de moderne Indiase neushoorn, maar miste vooral een hoorn. Onderzoekers zijn verbaasd over de toestand van de ontdekte overblijfselen: meer dan 75% van het skelet is opmerkelijk goed bewaard gebleven, waardoor een gedetailleerde analyse van de anatomie van het dier mogelijk is.
De betekenis van een opmerkelijk compleet fossiel
De analyse van de onderzoekers bestond uit het vergelijken van Epiacetherium itjilik met 57 andere soorten neushoorns, die nu bijna allemaal zijn uitgestorven. Deze vergelijkende studie, gebaseerd op museumcollecties, wetenschappelijke literatuur en uitgebreide databases, stelde hen in staat de nieuw ontdekte soort binnen de grotere evolutionaire context van de Rhinocerotidae-familie te plaatsen. Cruciaal was dat elke soort geografisch in kaart werd gebracht, wat leidde tot een wiskundige modelleringsaanpak om de verspreidingssnelheden tussen verschillende continenten te begrijpen.
Herbeoordeling van de Noord-Atlantische Landbrug
De meest overtuigende bevinding van dit onderzoek is de impact ervan op ons begrip van hoe neushoorns tussen Noord-Amerika en Europa migreerden. Eerdere theorieën suggereerden dat de Noord-Atlantische Landbrug – een nu onder water gelegen landverbinding tussen de continenten – ongeveer 56 miljoen jaar geleden niet meer functioneerde als verspreidingscorridor. Epiacetherium itjilik en verwante soorten wijzen er echter sterk op dat neushoorns zich veel later tussen Europa en Noord-Amerika bleven verplaatsen, mogelijk zelfs pas in het Mioceen.
“Het is altijd spannend en informatief om een nieuwe soort te beschrijven”, aldus dr. Danielle Fraser, een onderzoeker die bij het onderzoek betrokken was. “Maar er is meer dat voortkomt uit de identificatie van Epiaceratherium itjilik, aangezien onze reconstructies van de evolutie van neushoorns laten zien dat de Noord-Atlantische Oceaan een veel belangrijkere rol speelde in hun evolutie dan eerder werd gedacht.”
Een Arctische schatkamer
De ontdekking onderstreept het voortdurende potentieel van het Noordpoolgebied voor het onthullen van nieuwe kennis en ontdekkingen. De bevindingen van de onderzoekers, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Ecology & Evolution, benadrukken hoe verder onderzoek naar fossielenlocaties in het Noordpoolgebied ons begrip van de diversificatie van zoogdieren in de loop van de tijd aanzienlijk zou kunnen verbreden. Deze ontdekking leidt tot een herbeoordeling van gevestigde verspreidingsroutes en toont aan dat het Noordpoolgebied – een ogenschijnlijk barre omgeving – ooit een cruciale route was voor de evolutie van zoogdieren.
Het Noordpoolgebied blijft nieuwe kennis en ontdekkingen aanbieden die ons inzicht in de diversificatie van zoogdieren in de loop van de tijd vergroten. – Dr. Danielle Fraser
