Waarom kattenbroers en -zussen in niets op elkaar kunnen lijken

6

Kittens uit hetzelfde nest vertonen vaak opvallende verschillen in vachtkleur, patroon en lengte – soms lijken ze nauwelijks verwant. In tegenstelling tot menselijke broers en zussen, die doorgaans sterke gelijkenissen vertonen, kunnen nestgenoten van katten een lappendeken zijn van zwart, wit, tabby, schildpad en lange of korte vacht. Dit is geen gril; het is het resultaat van complexe genetica en unieke reproductieve biologie van katten.

De ingewikkelde genetica van kattenjassen

De Cat Fanciers’ Association erkent een breed scala aan vachtvariaties, van effen kleuren tot ingewikkelde patronen zoals Bengaalse rozetten of Abessijnse tijk. Deze verschillen komen voort uit een complex samenspel van genen waarbij sommige anderen domineren. Zoals bioloog Jonathan Losos uitlegt: “Er zijn een aantal verschillende genen betrokken bij de kleur en het patroon van katten, en het is bijzonder ingewikkeld omdat sommige genen andere genen overschrijven.”

Genen dicteren effen kleuren, vlekken, patronen en haarlengte in een hiërarchische structuur. Een dominant wit gen kan bijvoorbeeld elke onderliggende kleur maskeren. Andere genen controleren tabby-patronen en combineren met kleurgenen om diverse jassen te creëren. Geslachtsgebonden genen maken de zaken nog ingewikkelder: calico- en schildpadpatronen worden bijna uitsluitend aangetroffen bij vrouwelijke katten vanwege hun aanwezigheid op het X-chromosoom. Zelfs een paar genencombinaties kunnen drastisch verschillende resultaten opleveren, wat verklaart waarom nestgenoten er zo verschillend uit kunnen zien.

Meerdere vaders: een sleutelfactor

De grootste reden voor genetische variatie binnen een nest is dat vrouwelijke katten meerdere vaders kunnen hebben voor hetzelfde nest. Katten zijn geïnduceerde ovulatoren, wat betekent dat ze pas eieren vrijgeven na het paren. Door dit proces kunnen ze gedurende meerdere dagen meerdere eieren vrijgeven, en als ze gedurende die tijd met verschillende toms paren, kunnen ze zwanger worden van meer dan één mannetje.

Dit fenomeen, dat heteropaternale superfecundatie wordt genoemd, betekent dat broers en zussen in hetzelfde nest slechts 25% van hun genen delen. Het is niet zeldzaam; Van honden, schapen en zelfs mensen is gedocumenteerd dat nesten meerdere vaders hebben.

Waarom gebeurt dit?

Wetenschappers weten niet zeker waarom heteropaternale superfecundatie zo vaak voorkomt bij katten, maar er zijn theorieën. Geïnduceerde ovulatie kan een evolutionaire aanpassing zijn om verspilde voortplantingsinspanningen te voorkomen: het pas vrijgeven van eieren na het paren zorgt ervoor dat er geen energie wordt besteed aan onbevruchte eieren.

Bovendien vergroot meervoudig vaderschap de genetische diversiteit binnen kattenfamilies, wat de overlevingskansen kan verhogen. Bruce Kornreich van het Cornell Feline Health Center suggereert dat dit een efficiënte paringsstrategie zou kunnen zijn.

Stedelijke versus landelijke diversiteit in zwerfvuil

Heteropaternale superfecundatie komt veel vaker voor in stedelijke gebieden waar de kattenpopulaties dicht zijn en de territoria van katers elkaar overlappen. Uit een onderzoek uit 1999 bleek dat 70% tot 83% van de stedelijke nesten meerdere vaders had, vergeleken met slechts 0-22% op het platteland. Dit maakt gevarieerde nesten in veel omgevingen eerder de norm dan een uitzondering.

In wezen kunnen broers en zussen van katten er drastisch anders uitzien vanwege een combinatie van complexe vachtgenetica en het vermogen van vrouwtjes om snel achter elkaar zwanger te worden van meerdere mannetjes. Dit zorgt voor een grotere genetische diversiteit en maakt het concept van een ‘familiegelijkenis’ veel minder voorspelbaar in de kattenwereld.